ceesdeboer.reismee.nl

De laatste 2,5 week van Welschenrohr (Zwitserland) naar Pont St. Martin (Italie)

Beste mensen,

Als jullie deze blogs lezen is het al weer 24 augustus. Deze verslagperiode omvat het laatste deel van de tocht in 2014, namelijk van 23 juni tot 6 juli. De vorige verslagperiode loopt van 7 t/m 22 juni. De komende dagen zal ik nog een aantal foto's selecteren en plaatsen.

De belangrijkste reden was dat de website www.reismee.nl door allerlei technische problemen lang uit de lucht is geweest en ik dus niets kon plaatsen. Vandaar nu veel dagverslagen bij elkaar. Ik hoop dat jullie ze nog steeds met enthousiasme lezen, en hierin hopelijk ook aanleiding zien mijn actie te sponsoren of onder de aandacht van anderen te brengen.

Jullie kunnen de actie steunen via de volgende link:

http://www.inactievooralzheimer.nl/zoeken?q=rome

Mochten jullie willen reageren of vragen hebben reageer gerust. En misschien wil je zelf de tocht gaan wandelen en heb je vragen, die ik graag beantwoord.

Met vriendelijke groet

Cees de Boer

info@orweb.nl

23 juni Welschenrohr via Weissenstein naar Berggasthaus Obergrenzberg

Goed geslapen, prettig ontbijt, vroeg vertrokken. Het is al behoorlijk warm. Vandaag gaan we flink klimmen, gelukkig na een half uur grotendeels onder de bomenen, dat is met de oplopende temperatuur prettig. De klim duurt zeker 2 uur. Voor de collega Hanzesporters kan ik melden dat 800 m klimmen ook in intervallen en herstel momenten moet. Als het steil is 3 min lopen en dan 1 min rust en dat wel 2 u achter elkaar. Een paar keer mis ik het pad, maar vindt het gelukkig weer terug door logisch nadenken. Ik kom geen mensen tegen naar boven, dus ik kan ook niets vragen. Het bos is wisselend samengesteld met veel loofbos, maar ook dennen / sparren. Boven kom ik nog een Zwitser uit Bern tegen, die vandaag nog een gems heeft gezien. Bij een zelfbediening boerderijcafe neem ik even pauze met een koffie. Daarna verder met achter me aan een grote groep schoolkinderen op schoolreisje langs een planetenroute. Ze willen van alles weten, leuk. Over paadjes en grindpaden stijgen we snel. Ook nu loop ik weer verkeerd. Je kijkt vaak waar je je voeten neerzet maar vergeet dan omhoog te kijken naar de markeringen. Ik ga omhoog naar Hasemat (1400 m). Boven spreek ik nog met een paar Zwitsers die aangeven dat er binnen een uur slecht weer met onweer en regen op komst is. In de verte zien we het snel naderen. Dat risico vindt ik te groot en ik besluit om met een bocht naar een bergrestaurant te gaan, Althusli. Op het terras zitten ook een paar fietsers, die ook het weer afwachten. Ik besluit om meteen energie in te slaan en eet pasta met kotelet en melk, heerlijk. Na wat heen en weer praten met de boerin blijkt dat ze Nederlandse is, afkomstig uit Arnhem, hier al 23 jaar getrouwd is met een Zwitserse boer en 6 kinderen heeft. Op mijn verhaal over Rome blijkt dat haar moeder van 68 jaar waarschijnlijk beginnende dementie ( ) heeft en steeds meer verzorging nodig heeft. Ze is pas 10 dagen in Zwitserland op bezoek geweest en dat gaf haar vader in Nederland ook even lucht als mantelzorger. Ze doneert me de drankjes en zegt dat ik maar € 5 voor haar moet storten, leuk deze support. Tijdens ons gesprek is het onweer met zware regen in alle hevigheid losgebarsten. Het gaat flink te keer en voorlopig zit ik hier goed en kan eventueel blijven slapen, mooi. Om 16.00 u klaart het op en wil ik weer verder, maar ver kan ik nu niet meer en meerdere adressen hebben Ruhetag. De boerin gaat voor mij bellen naar Bergasthaus Obergrenzberg. Er is plek en ik loop vervolgens nog 2 uur. Onderweg veel optrekkende mist, die de tocht mysterieus maakt. Ik wandel voortdurend langs een klif in het bos naar boven. Door de regen komen niet alleen meer geluiden maar ook meer geuren van planten, bloemen en bomen naar boven, opnieuw een intense ervaring. Boven op een plateau (Staflu) sta ik opeens stil en op circa 70 m oog in oog met circa 25 gemzen, waaronder ook veel jongen. Spannend want als ik het vastleg op camera ben ik ze misschien kwijt. Het lukt mij toch om veel foto's te maken en weet nu al dat ze uniek zijn. In de mist kom ik aan bij de boerderij en blijk de enige gast te zijn. Ditmaal slaap ik voor € 25 heel goedkoop. Bij het eten laat ik de foto's zien aan de boerin en zet ze voor haar over op hun laptop, leuk die enthousiaste reacties, ook aan de zoon van 9 die meteen ook even een analyse van het voetbal komt geven. Ik ga op tijd slapen, na een uitgebreide Skype met Margot en Stephanie, want ik wil vroeg weg.

24 juni Obergrenzberg naar Chasserol

's Morgens pak ik me volledig in voor de stromende regen met regenpijpen, jas, gamaschen en rugzakhoes. Het is glibberig, dus opletten. De geuren van het bos in de regen zijn naast de geluiden intens, ik geniet er van. Tegelijk maak ik me ook wel zorgen over het weer, hopelijk geen onweer in het bos, want gisteren nog een verhaal over iemand die onder een boom in het bos geraakt was. Pas na 3 uur kom ik doorweekt aan bij een Gasthaus dat wel open is. Ik kan me warmen, droge kleren aan doen en heb weer leuke gesprekken met de waardin en haar man. Als ik de gemzen laat zien, laat zij een lynx zien – een natuurlijke vijand van de gems - iets groter dan een kat met een bruin gespikkelde schutkleur. Als het droog is loop ik weer snel door, want het weer klaart volgens de waardin op. Op naar Frinvillier. Vanaf nu voortdurend over mooie paden over bergweiden naar beneden tot Plagne. Onderweg nog een grote groep paarden met veulens. Ze worden onrustig als ze me zien, ik ga er met een bocht om heen en neem geen risico. In Plagne om 11.30 u maak ik een verkeerde afweging, ik ga een pad naar rechts in plaats van naar links en kom dus in een ander dal uit, weliswaar met een station, maar de trein duurt nog even. Als ik sta te dralen langs de weg stopt een auto, en ik vraag de weg terug naar de route, een omweg. Hij biedt aan om mij een stuk op weg te helpen. Ik kan niet anders en stap in. Het blijkt een Italiaan van 80 die in de buurt woont. Hij rijdt me voorbij Frinvillier aan de onderkant van de Jura en zet me na Orvin af. Vandaar loop ik dus meer dan 800 m naar boven, een hele klim. Ik vind ook weer een gemarkeerde route en oriënteer me ook weer op de kaart. Na de hernieuwde start om 13.00 u kom ik rond 16.00 u aan onderaan de pilot Chasserol. Ik loop achterop iemand en vraag hoe ik boven en verder kom. Uiteindelijk gaat hij voor mij bellen naar een overnachtingsadres vlak onder de top, 'Schlafen im Stroh'. We lopen een uur lang samen op en hij laat mij allerlei zeldzame bloemen zien die door de wind en de mistral alleen aan deze kant van de Jura voorkomen, ook dat de boomgrens hier op rond 1400 m ligt. Ook vertelt hij dat hier 4500 koeien rondlopen van een groot aantal boeren uit de dalen, die hier alleen 's zomers komen weiden. Dat betekent ook tijdelijke bergboerderijen die dan ook dienst doen voor overnachting en eten van wandelaars en regionaal samen eten.

Om 17.00 u kom ik aan bij Metairie Dombresson en kan kiezen tussen een slaapzolder en het sto. Ik kies voor het bed op zolder. Vervolgens gaat de boerin snel verder met koeien bij elkaar drijven om naar een andere bergweide te brengen. Ik droog mijn kleren in de zon was me even in een buitenhokje en ga vervolgens binnen eten aan een lange tafel waar geleidelijk veel gasten aanschuiven. Ik eet een degelijke hap met eigen rundvlees met wat wijn en schrijf dit blog. Ik ga zo nog even kijken of ik marmotten zie, want die zitten hier veel, of misschien morgen vroeg nog.

Hier praten ze dus Frans en beperkt Duits en helemaal geen Engels, opnieuw een taalkwestie in Europa, alleen lossen ze dat hier anders op, met respect voor elkaars werelden, zeggen ze. Ik zoek een slaapplaats op de open zolder op een van 16 matrassen bij het beperkte schijnsel van een looplamp. Het is ondertussen 21.00 u en beneden me in de eetzaal en buiten op het terras zitten nog mensen te eten en te drinken. Vanavond heb ik geen gesprek aan tafel, maar schrijf en lees, en vang flarden van gesprekken in het Frans op. Buiten begint het flink af te koelen en waait een koude bergwind. De hemel kleurt roze en in de verte zie ik het meer van Neuchatel, althans dat denk ik. Ofwel morgen wordt een mooie dag verwacht ik.

Het is wel bijzonder wat toeval doet tijdens deze reis. Elke dag heb ik een slaapplek, vaak via een bijzondere ontmoeting. Het is echter niet zo dat ik alles aan het toeval overlaat. Ik streef wel naar een comfortabel bed met eten. Ik maak meestal een globale planning waar ik denk uit te kunnen komen en schat de kans op een slaapplek in, en vraag onderweg ook naar mogelijkheden. Ondertussen heb ik bijna alle varianten gehad, alleen nog niet buiten in het bos en bij een prive adres geslapen. De afhankelijkheid van het weer bij het lopen is groot. Te warm slurpt energie en vereist veel liters water onderweg. Regen vereist extra kleding, maar betekent extra zweten en bij wind snel afkoelen, ofwel voldoende extra kleren om te wisselen. Schoenen moeten droog blijven om geen blaren te krijgen. Ik heb ze onvoldoende ingespoten en ondanks de gamaschen laten ze nu door. Hopelijk drogen ze vannacht voldoende. Komende dagen weer een spuitbus tegen het vocht kopen. Tot nu toe heb ik alle bagage nog nodig gehad, anders had ik al een dag moeten stoppen om te drogen of te wassen. De rugzak zit perfect met vooral een stevig en comfortabel draagstel. In en uitpakken gaat snel en in combinatie met de plastic zakken en de verschillende opbergvakken voor de verschillende spullen kan ik alles snel vinden.

25 juni Dombrasson naar Grand Sagneul

Na een eenvoudig ontbijt nog even water bijvullen. Dan blijkt dat het hier schaars is want filteren is noodzaak. De boerin raakt geïrriteerd als ik de kraan te lang open laat staan, begrijpelijk. In tegenstelling tot de vorige dag toen er drinkbaar water in overvloed was. Ik zak af naar Le Paquier, over een weide en dan door een diepe kloof in het bos, een mooi pad onder de bomen. Onderweg kom ik nog een Zwitsers echtpaar tegen die me ook wijzen op de vele kruiden en planten die in bloei staan, waaronder de wilde uien. Even het blad tussen de vingers wrijven en dan krijg je de sterke uiengeur. Het is hier in de Jura een ware kruidentuin, die volop in bloei staat. In Le Paquier zoek ik koffie. Na enig zoeken vind ik wat aan de rand van het dorp. Er is verder weinig te koop dus sla ik daar ook wat brood, vlees en fruit in voor onderweg. Dan door een langgerekt dal weer op weg naar de Chemin des Cretes du Jura. Na even een paar 100 m klimmen blijf ik globaal op hoogte, prettig, want dan kan ik opschieten. Het loopt heerlijk onder bomen en door de regen van de afgelopen dagen geurt het bos nog sterk. Helaas lukt het me nog niet om foto's te plaatsen, anders zou de indruk nog completer zijn. Rond 14.30 u kom ik aan bij Vue des Alpes, een grote pleisterplaats compleet met hotel en attracties, zoals een rodelbaan. Na de koffie stoom ik door met als plan La Tourne of misschien Grand Sagneule. Onderweg nog een uitgebreid gesprek met drie mannen uit de regio die een flinke rondwandeling maken en hier even uitgebreid lunchen, compleet met wijn en een stoofmaaltijd. Ze zijn zeer geïnteresseerd in mijn wandeltocht en pas na een half uur nemen we hartelijk afscheid. De wijn sla ik wijselijk af, want anders verzet ik geen been meer. Onderweg kom ik langs verschillende toppen, Tete du Ran en Mont Racine, beide meer dan 1400 m, magnifiek, waarbij het redelijk heldere weer ook zorgt voor mooie vergezichten, tot aan de Alpen. De graat betekent ook dat ik aan de ene kant het meer van Neuchatel en de Bieler See zie en aan de andere kant in de verte Frankrijk zie liggen. Na Mont Racine nog een half uur en dan stop ik bij Grand Sagneule. Ik heb niet gereserveerd maar gok op een slaapplek. Ik blijk wederom de enige te zijn. Slapen op een schuurzolder, toilet in een hokje buiten en primitief wassen bij een kraantje binnen en geen douche, maar dat lossen we de komende dagen wel weer op. Na een kop hete thee, snel even opfrissen en eten. De keuze is beperkt en zeker voor onze Nederlandse verhoudingen duur, waarschijnlijk kost hier overnachten, avondeten, wijn, koffie, ontbijt ook weer rond € 70 en dat is voor Zwitserland goedkoop. Ik kan er goed mee leven, want die douche komt wel en lezen en schrijven doe ik binnen in het restaurant, dat aangenaam warm is. Hoewel ik de enige slaper ben komen er veel mensen uit de regio eten, blijkbaar een populaire vorm van eten en ontmoeten. Ik neem aan primair voor de bemiddelde klasse want hoewel welvarend lijkt het mij hier voor de Zwitsers ook duur. Ik zal morgen eens informeren naar de inkomensverhoudingen voor een aantal kernberoepen en de belastingen en pensioenen, een beetje beroepsderformatie lijkt mij acceptabel.

De ambiance van mijn onderkomen is eenvoudig met een groot terras met houten banken en binnen een grote houtkachel voor als het koud is. 's Winters zal dit ongetwijfeld ook een gezellige pleisterplaats voor langlaufskiers zijn, zoals veel van de boerderijen in de Haute Jura. Opvallend is dat men hier primair Frans spreekt en sporadisch Duits. Ik kom er niet achter of men dat niet kan of niet wil. Morgen een mooie tocht naar en voorbij Noiraigue, en dan naar Creux du Van, wereld erfgoed en hier beschouwd als de Zwitserse Grand Canyon. Het wordt ongetwijfeld weer een bijzondere dag, veel te zien, leuke ontmoetingen. De foto's komen later, dat beloof ik. Ondertussen zijn alle batterijen weer opgeladen en is het rond 10, nog even rondlopen, wat op bed bij een hoofdlampje lezen en dan slapen op een bed en niet in het stro, hoewel dat hier heel gebruikelijk is.

26 juni Grand Sagneul naar Les Rochats

Lekker geslapen, 's nachts wel een beetje geluiden van dieren onder me in de schuur, waarschijnlijk paarden of ander klein gedierte, en een koude wind, dus nog even een extra deken over mijn slaapzak gedaan. Een beetje primitief wassen en dan een ontbijtje, het smaakt goed, dus ik eet wat extra. In gesprek met de boer blijkt hij hier 250 koeien te houden, primair voor het vlees. Overdag vooral bewaken van de kuddes door rond te rijden op een paard, motor of quad. Van mei tot oktober en dan gaan ze weer naar beneden en wordt de boerderij afgesloten. Met nog een extra koffie en thee ga ik op pad. De zon is al warm om 9.00 u en de eerste km's geen schaduw. Daarna het frisse bos afgewisseld met weiden met imposante vrijstaande bomen. Bij la Tourne even een koffie en 2 appels ingeslagen voor onderweg. Daarna weer omhoog de Chemin de Cretes du Jura op, een slingerend pad,op en neer door een loofbos. Af en toe mooie doorkijkjes naar de Creux du Van, de Canyon waar ik vanmiddag kom. Ik maak veel foto's van de perspectieven. 's Avonds maak ik dan een eerste selectie. Om het volgende dorp Noiraigue te bereiken moet in binnen een paar km 500 m dalen, zwaar voor de benen en de enkels dus rustig slalommen en de stokken gebruiken. Aangezien ik voorlopig niet meer door een dorp kom besluit ik hier wat te eten in een restaurant bij het station, lekkere pasta voor de broodnodige koolhydraten voor de zware klim die nog komt. Bij een toeristinfo nog even 2 tel nrs meegenomen van bergboerderijen op een redelijke afstand. Dan naar boven, binnen 4 km 700 m stijgen, gelukkig onder de schaduw van de bomen. De stokken blijken eens te meer van belang, zowel naar boven, maar ook naar beneden geven ze veel steun en voorkom ik uitglijders en hoef ik mijn knieën niet zo te belasten. Boven aangekomen bij de Canyon een indrukwekkend panorama, bijzonder. Ik reserveer telefonisch voor de zekerheid de slaapplaats, waar ik over 2 uur hoop aan te komen. In de rest van de wandeling blijf ik grotendeels op de hoogte van 1100 tot 1200 m, lopend over bergweiden met paden door het bos. Om 19.00 u kom ik aan op de boerderij. Het blijkt een luxe onderkomen te zijn met slaapzaal, maar ook een douche en betaalbaar, toch wel prettig na 3 dagen heel basic. Ik neem een eenvoudige salade met wat wijn en schrijf zoals bijna dagelijks aan mijn blog, selecteer mijn foto's en verken de route voor morgen. De waardin blijkt zeer geïnteresseerd in mijn tocht en verhaalt op haar beurt van de bijzondere bomen en de (te) grote populatie wilde zwijnen in de omgeving. Morgen waarschijnlijk een korte wandeling naar St. Croix en daar afwegen wat ik verder doe, daar slapen of via Laussanne door naar het volgende startpunt op de Via Francegina. Ik heb wel zin in een Zwitserse bergbaan en een boottrip

27 juni Les Rochats - St Croix - Lausanne

Bij een uitgebreid ontbijt nog een lekkere koffie toe en dan op pad richting St. Croix. Het is redelijk warm, maar ook nu kan ik weer afwisselend onder de bomen en over weiden lopen. Een belangrijk tussenstop is een hoge top van bijna 1700 m, Le Chasseron, de hoogste tijdens mijn tocht over de Jura. In de loop van de ochtend komt er wat bewolking en neemt de wind toe, aangenaam bij het stijgen en dalen, want ik zweet heel veel en moet regelmatig drinken om mijn energie op peil te houden. Bij Chasseron een fantastisch uitzicht naar alle kanten. In de verte kan ik zowel de Alpen zien, als ook ver in Frankrijk kijken, en over het meer van Neuchatel. Dat kan ook omdat er nog niet zoveel vocht in de lucht zit, denk ik. Bij Chasseron moet ik een alternatieve route naar St. Croix nemen, de andere is afgesloten voor wandelen, waarschijnlijk iets versperd. Na een snelle en steile afdaling van 700 m naar St. Croix meteen op zoek naar informatie over het vervolg. Toeristinfo blijkt gelukkig open en zeer behulpzaam. Binnen een half uur heb ik alle informatie over trein, boot en overnachtingen, uitgeprint en wel, goeie service in zo'n klein dorp. Om 16.15 uur stap ik in een leuk bergbaantje dat van origine prive bezit was maar sinds begin 20e eeuw in eigendom is van SBB is. De trein kruipt langs de verschillende berghellingen al kronkelend naar beneden naar het meer, met heel mooie vergezichten onderweg. Vervolgens met een snelle trein door naar Laussanne waar ik rond 17.00 u aankom en meteen op zoek ga naar een kamer. Bij een koffie krijg ik de tip voor een betaalbaar guesthouse vlakbij. De overgang van alleen wandelen naar een drukke en mondaine en studentenstad is groot, even wennen. Het guesthouse is vlakbij, betaalbaar en comfortabel op een kamer voor 4. Er blijkt ook een Amerikaanse student te slapen in afwachting van zijn kamer voor zijn studie biochemie van een half jaar. Als ik vertel over de trip naar Rome vertelt hij over een tocht van een vriend die de appalachian trail in de USA heeft gelopen, ruiger en eenzamer, en voor zover ik me kan herinneren meer dan 3000 km. Op mijn kamer slapen allemaal jongeren, die voor een deel vroeg gaan slapen, maar ook iemand die 's nachts pas binnen komt wandelen. Ik slaap hier op een heerlijk frisse kamer op 3 hoog met uitzicht op het meer van Neuchatel en daarachter de Alpen, magnifiek, ook bij avondlicht en in de nacht.

28 juni Lausanne - boot St Gingolph - trein Vionaz, verder wandelen naar St. Maurice

Ik sta 6.30 u op, want ik kan hier niet ontbijten en wil zeker weten dat ik de vroege boot van 9.15 u haal. De extra wandelkaart voor de Alpen is gisteren helaas niet meer gelukt, maar dat los ik dan onderweg in de Alpen wel op. Na een ontbijtje op het station met de metro in 15 min naar de haven, die 100 m lager ligt. Bij de overnachtingsprijs zit ook een vervoerskaartje wat ik hiervoor gebruik. De boot over het meer van Genève blijkt slechts € 22 te kosten voor een overtocht van 50 min. Het is een grote ouderwetse raderboot met een 1e en 2e klas. Mijn 2e klasse is heel rustig en bevalt prima op het voordek in de zon en met een strakke bries. De bergen komen snel dichterbij en worden steeds indrukwekkender, met hier en dat nog sneeuw op,de hellingen. Zo vanaf het meer zal later blijken dat je een bijzonder zicht hebt op de bergen rondom, anders dan wandelend. Het doet me ook denken aan 40 jaar geleden toen ik een keer stage heb gelopen op een vrachtschip en zo langs de Azoren voer, leuke herinnering met al die bergdorpen aan de hellingen geplakt. De haven van Gingolph komt snel dichterbij. Ik veronderstel dat de boot even zou aanmeren, maar dat blijkt een misrekening. Als ik beneden kom worden de trossen al weer losgegooid en gaat het schip weer naar de volgende haven, Bouveret, gelukkig maar 10 min. Verder, nog op mijn route. Even paniek, maar dan blijkt dat mevrouw de conducteur en trossengooister aan boord een Nederlandse blijkt te zijn die via de liefde en toerisme al weer meer dan 15 jaar geleden in Zwitserland terecht is gekomen en naast een baan in een skiresort in de winter, 's zomers dit werk doet. Er blijken volgens haar veel Nederlanders in Zwitserland te wonen, of soms in Frankrijk wonen en dan in Zwitserland werken. De overkant van het meer van Genève is namelijk grotendeels Frans gebied, en Gingolph half Frans half Zwitsers. In Bouveret weer even gewicht van kaarten en boekjes op de post, weer een halve kilo minder. Dit stukje trein van 10 min neem ik vooral omdat de route hier grotendeels door industriegebied voert, en ik wil snel verder kunnen lopen richting bergen. Van Vionaz loop ik naar Aigle, met ook een oude kern en met als belangrijke bezienswaardigheid een groot slot, dat vrij toegankelijk is. Het slot ligt ook midden in een gebied waar weer veel druiven worden geteeld voor de wijn. Mijn wandeling naar St. Maurice voert dan ook over de druivhellingen, waar veel arbeiders druk bezig zijn om de uitlopers op te binden. Mijn indruk is dat het veel dagloonarbeid is, vooral door buitenlanders, ofwel een vergelijkbare situatie als in Nederland. Tijdens de wandeling begint het achter me flink te rommelen in de lucht. Het onweer nadert snel en ik zet er een stevige pas in, want onweer in de bergen bevalt mij niet. Onderweg kan ik gelukkig in Ollon een routekaart kopen en besluit ik ook om telefonisch een slaapplek bij een Franciscanerabdij te reserveren. Ik ben welkom als ik maar aankom voor het bureau sluit, dus de pas er in houden. De route is nu afwisselend maar verder vlak. In St. Maurice is het even zoeken naar de ingang van de abdij. Een oude pater, ruim 80 jaar doet open en brengt me naar mijn slaapkamer in een ander gebouw. Ik kan 's avonds ook mee eten met de paters voor alles bij elkaar € 45, een prima bedrag na een aantal duurdere dagen. Om 19.00 u kan ik bij de paters aanschuiven, maar eerst doen ze hun dienst in de kerk en ik kijk ook even hoe dat gaat. Heel traditioneel in rode en zwarte gewaden, blijkbaar ook een verschil in functie. Het eten blijkt een verrassing na de sobere maaltijd van klooster Beinwil. Hier asperges in tomatensaus, brood, kaas, fruit, sla en wijn van eigen velden. Naast mij zit nog een andere pelgrim uit Londen. De paters blijken grotendeels ouder dan 75 en een klein deel rond de 35 – 60 jaar. De ouderen zijn afkomstig van andere projecten in het buitenland en brengen hier hun pensioen door. Naast me zit bijvoorbeeld een pater die 40 jaar in India op een missiepost heeft gewerkt. De kern van het werk van de paters hier is een eigen middelbare school voor de regio, van wat wij mavo / havo tot gymnasium noemen en daarnaast landerijen die voor eigen gebruik worden bewerkt. Na het avond eten ga ik nog even wat drinken met de Engelsman, Paul. Hij is onlangs gepensioneerd en is al 7 weken onderweg door Engeland, Frankrijk en Zwitserland. Al uitwisselend blijkt dat hij een sponsortocht loopt voor de Engelse zusterorganisatie van Alzheimer Nederland en zelf als vrijwilliger bezig is met het promoten van muziektherapie bij Alzheimer en dementie. Een bijzonder toeval dus. Morgen neemt hij mogelijk een rustdag, want hij heeft last van zijn benen. Maar ook blijkt dat hij herstellende is van de gevolgen van een geïnfecteerde tekenbeet, die nu weer opspeelt. Desondanks hoopt hij eind juli in Rome aan te komen. Ik wens hem veel succes met zijn tocht en actie. Ik zal hem waarschijnlijk met mijn tempo en conditie niet meer zien.

29 juni St Maurice - La Douya

Na een stevig ontbijt en nog een foto van de pater vertrek ik weer. Het regent en dus moet ik al snel mijn regenkleren aantrekken. Dat betekent ook extra zweten en dus oppassen voor de kou. De tocht voert nu grotendeels door vlak land langs kleine dorpen. Onderweg een snel stromende rivier, die met als voedingsbron een waterval een grote waterkracht centrale voedt. Ik kom ze hier onderweg vaker tegen. Omdat het vlak is, heb ik een stevig tempo en rond half een ben ik al in Martingy. Te vroeg om te stoppen besluit ik in Martingy Bourg een uitgebreide pauze te nemen en pasta te gaan eten voor de broodnodige koolhydraten onderweg en dat werkt. Vervolgens ga ik geleidelijk klimmen, maar blijf wel in het dal langs de rivier lopen. Het is bewolkt met steeds minder regen, dat geeft extra energie, en ik besluit om ook na Sembrancher door te lopen. Als ik voor een slaapplek bij een parochiecentrum in Orsieres bel neemt niemand op, dus dan maar in La Douya bij een gite / hotel halverwege reserveren. Als ik arriveer blijkt de prijs hoger te zijn dan het boekje maar het comfort van de kamer en het eten ook beter dan verwacht. Als ik ga eten kijk ik ook voetbal; Nederland - Mexico, een spannende wedstrijd en de bediening is op de hand van Nederland. Vervolgens schrijf ik nog even aan mijn blog en ga dan slapen boven een bruisende waterval.

Vandaag dus meer dan 30 km gelopen. Ik ben benieuwd hoe het morgen gaat want ik zit nog 1,5 dagetappe van de Grote St. Bernard pas af en daarna nog 2 - 3 dagen dalen denk ik. Maar vanaf nu ga ik weer wel veel meer klimmen naar bijna 2500 m. Met de training in de Hoge Jura moet dat zeker lukken. De eigenaar benadrukt nog eens om niet in een keer door te lopen naar de top, dat is te zwaar, en achteraf blijkt dat hij gelijk heeft. Het einde van deze etappe nadert nu snel. Nog een kleine week en ik ben al weer in Nederland. Met mijn huidige conditie zou ik best door kunnen lopen. Maar aan de andere kant zie ik ook wel uit naar thuis.

30 juni La Douya - Bourg St Pierre

Na het ontbijt vertrek ik om 8.00 u. De zon wordt snel warm, hoewel het nog lang koel blijft in het dal. In Orsieres mijn koffiepauze en om wat te eten kopen. Vervolgens op de flanken van de berg onder de bomen geleidelijk klimmen van 1000 naar 1500 m in Liddes. Daar eet ik mijn broodjes in de zon en droog even mijn overhemd van het zweet. Er gaat een fietster met zware bepakking voorbij, ik denk Nederlands gezien de fiets en de tassen. Al snel moet ze bij het toenemende stijgingspercentage gaan lopen. Ik ben benieuwd of ik haar nog terugzie op de top. Na Liddes door naar Bourg St Pierre waar ik al om 14.00 uur aankom. Ik kom uit bij de kerk met een overnachtingsplek en tel.nr. op de deur. Ik bel op en binnen een half uur is er iemand voor uitleg, betalen en stempel. Ik heb een slaapplek in Maison St Pierre voor € 25 zonder ontbijt. Het is nog vroeg in de middag en ik besluit om in het dorp rond te lopen op zoek naar eten voor vanavond en morgen. Dat blijkt tegen te vallen. Een aantal restaurants of hotels zijn of gesloten of failliet en de laatste winkel blijkt ook gesloten zie ik aan de inrichting. Ik besluit om een belegd broodje bij een tankstation te kopen voor het ontbijt morgen. Per saldo ga ik ook niet warm eten in een hotel, want de prijzen vallen me tegen en het vlees met rösti hoef ik even niet, dus vanavond broodje, yoghurt, worstje, cola. Het is niet voldoende maar ik overleef het wel. Ik was wel mijn broek, want die is van het lopen in regen en nat gras heel smerig en met deze zon is die morgenochtend wel droog. Vroeg slapen en vroeg opstaan is het plan. 's Nachts is het hier op deze hoogte behoorlijk koud en ik doe een paar extra dekens over mijn slaapzak.

1 juli, La Douya - Grand St Bernard

Ik heb goed geslapen, maar mijn ontbijt is karig met een taaie sandwich, yoghurt en wat cola. Het eerste uur is vaak op gang komen en kost wat meer moeite. Vandaag ga ik klimmen van rond 1600 naar 2500 m. Onderweg deze keer geen dorp voor een kop koffie, jammer. Tot het stuwmeer klim ik geleidelijk 300 m en gaat het lekker. Ik zie ook verschillende marmotten, vaak flinke exemplaren van wel 40 cm lang met veel jongen die uit hun holen komen om zich aan de zon te warmen en eten te zoeken. De vergezichten zijn prachtig en regelmatig maak ik een stop om even een foto te maken. Na het meer voel ik dat het gebrek aan een goede avondmaaltijd en een stevig ontbijt me parten gaan spelen. Ik vind het zwaar en moet vaker stoppen. Ik had gedacht dat met het stijgen dalen van de Hoge Jura dit mee zou vallen. De ijlere lucht, geen schaduw van bomen en onvoldoende eten eist zijn tol. Dan maar vaker rusten. Niet alleen ik heb het zwaar, ook de auto's en bussen kruipen omhoog van bocht naar bocht. Soms zie ik ook een Nederlandse auto in de verte voorbij komen, een stukje herkenning. Vlak voor de Grand St. Bernard moet er nog flink geklommen worden, ook over stukken sneeuwvelden die nog resten. Je ziet dat hier 2 weken geleden nog volop sneeuw lag. Boven op de top aangekomen zoek ik snel de warmte van het Hospice op. Ik ben heel moe en heb honger. Als ik binnen kom krijg ik meteen een grote kan thee en op mijn vraag krijg ik ook brood en voedzame soep, heerlijk. Ik moet wel een half uur bijkomen. Uiteindelijk blijkt dit stuk toch zwaarder te zijn dan de Hoge Jura, ofwel ik heb een prestatie geleverd, al zeg ik het zelf. Aangezien ik om 13.00 u boven ben heb ik voldoende tijd om alle noodzakelijke dingen te doen en rond te kijken. Het Hospice bestaat al sinds de vorige eeuw en is opgezet door een pater ten behoeve van de reizigers en pelgrims in de bergen. Ook nu wordt het nog steeds gerund door paters met een groot aantal vrijwilligers, studenten die zomers iets bijverdienen en jongeren die hiermee vervangende dienstplicht doen. Ik kijk nog rond bij het trainingscentrum van St Bernards honden en in een museum en vermaak me vervolgens bij een glas wijn met andere passanten bij de wedstrijd Mexico - Zwitserland. Bij het avondeten kom ik de Engelsman weer tegen die ik ook in St Maurice in de abdij tegenkwam. Hij blijkt sneller te zijn hersteld en toch weer in te lopen. De eetzaal zit 's avonds vrijwel vol: wandelaars, pelgrims op tocht naar Rome, fietsers vanuit Frankrijk en ook mensen die kleine wandelingen in de omgeving maken, meestal ouderen van in de 70 en 80. Slapen op slaapzalen of in meer persoonskamers. Alles ziet er schoon en verzorgd uit, mogelijk na een renovatie. Op dit moment zijn bouwvakkers de buitenkant aan het renoveren. Voor half pension betaal ik hier een goede prijs, namelijk € 48. Na een gezellige avond met de nodige wijn, slapen en een beetje uitslapen, want het ontbijt is pas om 8.00 u.

Elke dag volg ik een strak ritueel bij zowel de aankomst als het vertrek. Uitpakken, wassen, droge kleren aan, af en toe wat kleren wassen, batterijen opladen, op zoek naar eten in het dorp, planning voor de volgende dag, betalen, pelgrimsstempel regelen. Alles uitstallen op tafel of bed zodat ik het morgen weer snel kan inpakken en niks vergeet. 's Morgens de omgekeerde volgorde, wassen, aankleden en inpakken ongeveer een half uur, ontbijt een half uur en dan vertrek, en circa 2 liter water aanvullen voor onderweg. Eigenlijk heel basaal en niks diepgaands maar gewoon praktisch. Onderweg ligt de nadruk ook vaak op een strak concentratie schema. Je kijkt vaak en vooral naar de grond waar je je voeten en stokken neerzet. Met heel veel stenen, smalle paden, met steile hellingen omhoog en ook steil dalen is dat nodig. Regelmatig bewust stoppen om op adem te komen geeft en de mogelijkheid om rond en ook om te kijken. En ook om geen markeringen over het hoofd te zien. De neiging is om vooral vooruit te kijken, maar vaak genoeg blijkt er een prachtig vergezicht achter je te liggen. De foto's zijn dan een mooi hulpmiddel om te stoppen en vervolgens 's avonds aanleiding om nog eens rustig terug te kijken wat ik allemaal gezien heb.

2 juli Grand St Bernard - Variney

Om 7 uur opstaan na een onrustige nacht. De vorige dag was zwaar en dat voel ik nog steeds. Om half acht moet iedereen blijkbaar echt zijn bed uit want dan schalt vrolijke klassieke muziek door het hele gebouw. Om 8.30 u vertrek ik maar aan de Italiaanse kant kan ik al meteen de markeringen niet vinden, dus dan maar een een paar 100 m over de weg. Vervolgens in 2 u 800 m steil dalen door nat gras, zwaar werk. En omdat ik vergeten ben om mijn schoenen de afgelopen dagen in te vetten krijg ik natte voeten. Ook mijn gamaschen helpen later niet meer. Ik ben dus blij om te stoppen in St Pierre bij een leuk hotel van een jong enthousiast echtpaar. Ik mag de föhn lenen om mijn schoenen bij te drogen en doe droge sokken aan. Bij de echte espresso krijg ik gratis huisgemaakte chocoladetaart. In een dag wandelen van Zwitserland naar Italie gaat de prijs van espresso met 50% naar beneden. Later zal blijken dat het ook voor andere etenswaren geldt, prettig. Ondertussen kan ik ook nog even skypen met Margot. De dag met mist en regen wordt helemaal goedgemaakt. In een redelijk tempo blijf ik dalen en pas in Etroubles stop ik weer voor een lekkere pastalunch, dat werkt goed heb ik gemerkt. Ondertussen is de zon volop aanwezig, drukt de sluiers weg en ik krijg het warm. Aosta lijkt nog te kunnen (35 km) , maar ik stop (na een vergeefs telefoontje bij een parochiecentrum in Gignod) toch in Variney, 5 km ervoor bij een klein familiehotelletje. Half pension voor €50!!! Heerlijk eten met voor hoofd, na koffie en wijn. Van de eigenaresse hoor ik dat er dit jaar veel minder toeristen komen en dat ze blij is met alle gasten. De Italiaanse werkeloosheid speelt haar ook parten, gemiddeld meer dan 20%, onder jongeren zelfs 50%. Dat betekent, ook in Italië voor veel gezinnen armoede. De zoon van de eigenaresse die mij nog even helpt met een vliegtuigboeking maakt zich voorlopig geen zorgen, hij begint aan de universiteit aan een studie ICT, maar zijn vrienden staan er vaak anders voor.

Tijdens het wandelen in Italië stel ik vast dat er heel veel wordt gedaan aan het onderhoud van de paden, gras gemaaid, paden gesteld, waterlopen geleid, bruggen gebouwd. Het toerisme blijft zeker in deze tijd niet alleen een belangrijke inkomstenbron, maar ook de werkgelegenheid in de infrabouw te stimuleren. Misschien speelt hier ook Europese subsidie nog een rol, maar ik zie daarvan nergens grote reclameborden, zoals in Oost Europa. Ook het watermanagement valt mij op. Er stromen permanent grote hoeveelheden water naar beneden, niet alleen van smeltwater in het voorjaar, maar ook als het een paar dagen flink regent. Slecht of uitgesteld onderhoud betekent dan grote problemen, bijvoorbeeld aardverschuivingen en overstromingen in de dalen. Dus water management in Nederland mag dan een exportproduct zijn, hier weten ze ook veel van hun specifieke omstandigheden, een prestatie, die vaak op kleine schaal moet worden uitgevoerd. Maar soms ook om grote bergstromen en watervallen in goede banen te leiden. Als het meezit zien jullie daarvan ook een paar foto's binnenkort. Ook de energievoorziening verloopt in de bergen vaak anders, ook gebruikmakend van lokale middelen, water en wind en stuwmeren. En ook de drinkwater voorziening is vaak een verhaal apart, en ik denk vaak lokaal / regionaal geregeld afhankelijk van de omstandigheden. Overal zie je leidingen of waterlopen, waarschijnlijk gecombineerd met een pompsysteem. Onderweg in de bergen zag ik dat op sommige plaatsen er overvloed was van schoon drinkbaar water en elders weer schaarste dat huishoudelijk filteren noodzakelijk maakte.

Opvallend is dat ik weinig zonne energieprojecten zie, maar mogelijk is dat regionaal anders.

3 juli; Variney - Grangeon

's Morgens vroeg wakker voor het ontbijt, maar toch pas om 9.00 u op pad richting Aosta. Ik ontdek dat ik beter gisteravond meteen had kunnen boeken. Nu liggen de prijzen al weer hoger en zijn de goedkope vluchten voor vrijdag naar Amsterdam al weer volgeboekt, dus snel doorschuiven naar zondag en dat betekent vroeg vliegen, al om 7.15 u. Dat betekent ook dat ik iets meer tijd heb om hopelijk Pont St Martin te halen. In Aosta even pauzeren en rondkijken. Het is een leuke stad met een aangename mediterrane sfeer. Op weg naar de rand kom ik ook Paul de Engelsman weer tegen op een terras en ik besluit daarom meteen maar te gaan lunchen met een pizza. Vervolgens zit er nog een Engelsman aan tafel die ook in het Hospice op de Grand St Bernardino heeft geslapen. Na Aosta is het weer zoeken naar de route. Met een flinke maar mooie omweg bovenlangs kom ik toch aan in Grangeon. Een aantal km's daarvoor ging ik pas reserveren met behulp van een vriendelijke jongedame van een winkeltje in een klein dorpje op de route. Zij belde voor mij naar een vriendin, die op de agriturismo werkt. Om 18.30 u kom ik moe maar voldaan aan. Mooi uitzicht en een comfortabele kamer. Om 20.00 u een fantastisch diner met 5 gangen. Blijkbaar heel populair want er zitten ook veel mensen uit de regio.

4 juli; Grangeon - Hone

's Morgens een heerlijk ontbijt met homemade producten. De eigenaresse vertelt bij het afrekenen nog dat zij weinig last heeft van de crisis, ook doordat er iets meer buitenlanders langs komen. Ik ga bij licht bewolkt weer fris op pad, met af en toe steigen en dalen, maar ik raak ook hier regelmatig het spoor bijster. En probeer dan over een onmogelijk steil pad mijn route weer te vinden, dwars over weiden en langs schapenpaden. Ik kom om 11.00 u in Chatillon aan en neem een uitgebreide koffiepauze. Chattilon is een leuk stadje doorsneden door een diepe kloof. Ik besluit om nu even langs de hoofdweg door naar St Vincent te lopen. Ik heb even geen zin om te steigen en dalen en wil km's maken en niet verdwalen. Daarna toch weer proberen de route te volgen, dus weer naar boven, wel mooi, maar ook vermoeiend en heb er nu niet zoveel puf voor. In Montjovet-Berriaz volg ik weer de route naar boven, te enthousiast want ik raak de weg kwijt en in mijn overmoed denk ik slim te zijn. Ik blijk hoog uit te komen bij Lac de Ville en een paar werkers helpen me weer richting Verres. In Ville even koffie en daar blijkt dat men elkaar kent in de regio want zij kent de eigenaresse van La Vrille, mijn vorige overnachtingsadres. Ik moet 6 km over de weg dalen, en dat is met al die auto's en geen voetpad risicovol, dus veiligheidshesje aan en regelmatig uitwijken. Onderweg begint het ook nog flink te regenen, dus wordt ik nat en moe van de steile afdaling over asfalt.

In Verres aangekomen even koffie om bij te komen. Ik loop over de hoofdweg naar Arnad, ervan uitgaande dat ik daar kan overnachten. Bij navraag blijkt het adres gesloten, een tegenvaller, want ik wil niet terug in de regen, dus bellen naar Hone / B&B, gelukkig is er plek en ik ga verder over de hoofdweg in de regen. Geen goede keus want de weg is smal en gevaarlijk. Een paar km voor Hone stopt een stel en vraagt mij om onder deze omstandigheden toch maar in de auto te stappen. Ik maak er dankbaar gebruik van, want zeker nu wordt dit te gevaarlijk. Ze zijn zeer geinterresseerd in mijn tocht. De vrouw gaat in de zomer een deel van de route in Toscane lopen. Ze zetten me af voor het B&B en ik ben blij dat ik op het aanbod ben ingegaan. Ik ben doornat en moe na de vele (hoewel mooie) omwegen en in totaal 45 km lopen. Het klinkt als een topprestatie, maar ik heb dit niet bedoeld, zeker niet bij dit weer.

In de pizzeria aan de overkant neem ik het dagmenu en dat blijkt overdadig en heerlijk. Ondertussen selecteer ik weer de foto's en schrijf aan mijn blog. Vervolgens nog even skype met het thuisfront en dan slapen voor de laatste dag van deze etappe naar Pont St Martin.

Het wandelen in Italië is anders dan in Zwitserland en Duitsland. Hier is de markering soms onduidelijk en verwarrend en eenmaal verkeerd moet je eigenlijk terug want anders kom je in een ander dal uit. Hier ook meer asfalt en vaker kort op en neer. In de bergen van Zwitserland raakte je minder snel de weg kwijt door de goede markeringen, maar ook omdat de routes in de bergen vaak overzichtelijker zijn, en kon je onderweg nog voor een alternatief kiezen om toch goed uit te komen. Hier wel meer levendige dorpjes met een mediterrane sfeer. Het menu lijkt hier ook gevarieerder, met meer pasta, groente en is aanzienlijk goedkoper, ik denk wel 40%. Voor 3 dl wijn betaal je hier € 4 - 8, in Zwitserland € 10 - 12. In Italië loop ik meer over zichtbaar oude Romaanse paden. In Zwitserland waren de bergroutes met een afwisseling van bos, weiden en dalen, en mooie vergezichten heerlijk. Daar sliep ik ook meer in bergboerderijen of hotelletjes, in Italië daal je voor de overnachting af naar een dorp of stad in het dal en is men iets meer ingesteld op de overnachtingen voor pelgrims. Beide hebben hun charme. Thuisgekomen zal ik de route aan de hand van de foto's en verslagen nog een keer overdenken.

5 juli; Hone - Pont St Martin - Milaan - Malpensa AirPort

De laatste wandeldag voor ik zondagmorgen weer naar huis vlieg. Rustig aan, want ik hoef maar 9 km te lopen. Bard en Donnas, waar ik doorheen loop zijn historisch leuke plaatsen, waar veel van de Romeinse route wordt gecultiveerd. Dat betekent voor de inwoners wel: smalle straatjes, oude huizen met weinig licht en veel klimmen over trappen tussen de huizen. De ouderen die er wonen schuifelen traag omhoog en pauzeren onderweg vaak voor een praatje. Ze groeten vaak vriendelijk en mensen komen soms nog achterna lopen om de juiste route te wijzen. De Via Frangenia dwingt bewondering af, zeker wanneer je vertelt hoe lang al onderweg en blijkt ook steeds belangrijker voor de lokale economie.

In Pont St Martin is het met de zaterdagmarkt bij de historische brug een gezellige drukte. Nu uitzoeken waar de bus naar Milaan vertrekt en waar ik een kaartje kan kopen. Na her en der rondvragen blijkt dat een kaartje kopen aan de rand van het stadje moet en de busstop vlakbij de autoweg is. Ik moet rennen voor de bus van 11.50 u want anders gaat ie pas weer om 15.35 u. Aangezien de bus er 1,5 u over doet, hoef ik me dan in Milaan niet te haasten. In Milaan / station Cadorna neem ik de sneltrein naar vliegveld Malpensa. Helaas stap ik uit bij terminal 1, terwijl ik 10 km verder bij terminal 2 – de low cost maatschappijen - moet zijn. Na vragen en ronddwalen, uiteindelijk met de gratis shuttle naar de andere terminal. Daar even scheren, wassen, eten blog schrijven en op tijd slapen, want zondag om 04.00 weer op voor het inchecken. Vannacht dus proberen te slapen op een stoel, iets anders dan in een bergboerderij op een matras op de vloer, maar dat halen we de komende week wel weer in.

Komende week kan ik ook de afgelopen 5 weken wat beter op me laten inwerken, ook tijdens het verwerken en selecteren van de vele foto's en indrukken. Ik kijk weer terug op een zeer afwisselende tocht door verschillende culturen en landschappen, en leuke ontmoetingen. Per saldo ook nu weer weinig pelgrims ontmoet, ook door het vroege seizoen denk ik. In Italie lopen ze vooral in de zomervakantie blijkt. Ik ga ook nog eens kritisch kijken wat ik aan bagage van nu 15 kg inclusief water en eten verder omlaag kan brengen. Het zou prettig zijn om nog met 2 kg te minderen. Mijn schoenen vertonen slijtage en moet ik opnieuw waterdicht maken. Wellicht kan er nog wat van de electronica en de papieren af. Maar daar staat tegenover dat ik merk dat ik in italie nu alleen een klein routeboekje heb en de meer gedetailleerde overzichtskaarten mis, zeker wanneer ik onderweg een alternatief wil kiezen. Misschien wel oriënteren op een GPS, maar die missen de charme van een kaart, is lichter, maar ook nog relatief duur.

Ondertusssen is het al weer 24 augustus en ben ik al ruim 1,5 maand thuis. Ik had 2 weken nodig om fysiek te herstellen van de tocht en weer in een nieuw ritme te komen. Nu veel minder beweging en vaker zitten is wennen. De website van reismee.nl was lange tijd uit de lucht, vandaar dat ik de laatste blogs niet met jullie kon delen.

Tot slot

De komende maanden ga ik de vele foto’s (1000) verder selecteren en mogelijk ook online plaatsen. Het plan is om volgend jaar september / oktober 2015 de pelgrimstocht te vervolgen. Dan wandel ik door de Po – vlakte en vervolgens omhoog over de Appenijnen richting Rome. Bij elkaar nog 900 km. Ik kijk er weer naar uit.

Ik hoop dat jullie mij dan weer gaan volgen en ook mijn actie voor Alzheimer Nederland opnieuw willen steunen.

http://www.inactievooralzheimer.nl/zoeken?q=rome

Mochten jullie willen reageren of vragen hebben reageer gerust. En misschien wil je zelf de tocht gaan wandelen en heb je vragen.

Met vriendelijke groet

Cees de Boer

info@orweb.nl

Reacties

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!